afbeelding 1:  in SEO worden de Titel en de omschrijving ook wel Title tag en Meta description genoemd. 

 

2.2 De URL

De afkorting URL staat voor Uniform Resource Locator. De URL wijst de unieke locatie van een webpagina aan, bijvoorbeeld camerakopen.nl. Zorg ervoor dat je URL zoekmachine vriendelijk is en dat je zoekwoord in de URL staat.

2.3 Uitgelichte afbeelding

Als je een blogartikel gaat schrijven begint deze vaak met een uitgelichte afbeelding. Deze afbeelding wil je ook voorzien van je keyword. Dit kan je in je CMS systeem doen.

Natuurlijk begint dit bij de bestandsnaam. Stel je artikel gaat over multimedia en je bestandsnaam is bijvoorbeeld: IMG147.png dan herkend Google niet waar de afbeelding over gaat. In plaats daarvan kan je de bestandsnaam beter wijzigen naar: grafische-vormgeving.png. Op deze manier heb je een goede beschrijving en weet Google waar je afbeelding over gaat.

Nadat je de afbeelding hebt geüpload naar je CMS(bijvoorbeeld WordPress) kun je een titel en alt tag toevoegen. Als je met je muis over de afbeelding heen gaat verschijnt de titel in een los veldje.

Alt tags zijn aternatieve titels die worden weergeven als een afbeelding niet goed laad. Beide titels worden opgenomen in de broncode van je pagina.

2.4 De H1

Je content begint altijd met een titel, deze wordt ook wel de Heading 1 tag(of Kop 1) genoemd. Belangrijk is dat de titel ook je keyword is waarop je gevonden wilt worden. De H1 wordt vaak verward met de title tag. Hoewel deze meestal identiek zijn, zijn het wel twee verschillende titels.

2.5 De eerste alinea

Bij SEO geldt de regel: Hoe verder naar voren een keyword staat, des te meer waarde Google hieraan hecht. Probeer daarom altijd je keyword als eerste woord van de eerste alinea te gebruiken, mits dit logisch is. Als je je keyword eenmalige meerwaarde wilt geven kun je er voor kiezen om deze dikgedrukt te maken.

2.6 De tussenkoppen

Gebruik tussenkoppen om je content meer structuur te geven. Google hecht meer waarde aan je tussenkoppen dan aan de body van je content. Zorg er ook voor dit hierin je keyword weer terugkomt. Voor tussenkoppen gebruik je kop 2, kop 3 en kop 4.

2.7 Keyword dichtheid

Als je een artikel schrijft, probeer er dan voor te zorgen dat het keyword waarop je gevonden wilt worden regelmatig terugkomt in de tekst van je artikel. Ga echter niet keywordspammen(keywordstuffing). Dit betekent dat je overmatig gebruikt maakt van je keyword. Google straft hier ook op af. 

Brede zoektermen

Als wij gevonden willen worden op ‘multimedia Groningen’ dan zouden we deze woordcombinatie exact zo kunnen plaatsen. Echter als wij ‘het multimedia bedrijf van Groningen’ in onze tekst zouden plaatsen, dan hebben we het over een brede zoekterm.  Deze worden ook wel longtail-zoekopdrachten genoemd. De keywords staan er wel in, maar er staan andere woorden tussen. Voor Google is dit veel logischer dan meerdere keren hetzelfde keyword. Dit wordt snel onnatuurlijk.

 LSI Keywords

Onderaan in de Google zoekresultaten vind je de Latent Semantic Indexing keywords. Oftewel de LSI keywords, dit zijn synoniemen of verwante keywords die je kunt verwerken in je teksten. 

2.8 Video SEO

YouTube video’s ziet Google als zeer waardevol, daarom is het een goed idee om ook gebruik te maken van video’s op je website. Het hoofddoel van de video’s moet zijn: een langere dwelltime(bezoektijd van jouw website) creëren. Dit ziet google namelijk ook als belangrijke factor. 

2.9 Backlinks & Interne links

Links van andere websites naar die van jou noemen we Backlinks. Deze backlinks kun je zien als een aanbeveling voor je website. Google ziet dit als de populariteit van jouw website. Tevens kijkt google ook naar welke websites een backlink naar jouw websites hebben. Heeft Wikipedia bijvoorbeeld een link naar jou website dan telt dit zwaarder mee als een onbekende website.

 Interne links zijn klikbare woorden die je toevoegt aan je artikel om door te verwijzen naar een ander artikel over het onderwerp van het klikbare woord. Deze links worden gezien als een aanbeveling voor het artikel waar je naar toe verwijst. Tevens kijkt Google bij interne links naar de anchortekst. Deze draagt bij aan je ranking op dat keyword.

Deze interne links zorgen ervoor dat jouw website beter door Google begrepen en doorgrond wordt. Een broodkruimelspoor of een lijst met gerelateerde artikelen ziet Google ook als interne links van artikelen.

Belangrijk is wel dat je dit ook niet moet gaan overdrijven. Zogeheten blogfarms vragen meestal om 2 interne links en 1 externe link(meestal een nieuwsbron of een betrouwbare site).

Voor landingspagina’s of categoriepagina’s kun je wel meer interne links noemen. Maar het is wel belangrijk dat ze met elkaar te maken hebben ‘Zoek je geen kruiskopschroevendraaier, dan hebben we ook nog andere typen, zoals een platte schroevendraaier’.

3.   Andere populariteits factoren

3.1 Social Media Shares

Als mensen je site aanbevelen via social media aan zijn connecties, dan ziet Google dit als een populariteits factor. Mensen vertrouwen snelle op website met veel social media shares, hierdoor hechten ze ook meer waarde aan de content van jouw website. 

3.2 User Generated Content

Als je een artikel op jouw website hebt met veel reacties, ziet Google dit ook als een extra populariteits factor. De reacties op jouw website worden ook gezien als content. Dit noemen we ook wel User Generated Content.

Tevens zijn reacties natuurlijk perfect voor de longtail-zoekopdrachten. Dit komt omdat lezers in hun eigen woorden vragen aan jou kunnen stellen. Deze reacties kun je gebruiken om automatisch interne links aan toe te voegen.

Een van de beste methodes om veel reacties te krijgen op je blog, is om een live Q&A te doen, waarbij je vragen van je lezers beantwoord.

 

4.   Het Content Kanon

4.1 De kennisbank

Naast een blog is het verstandig om ook een kennisbank op jouw website te plaatsen. Deze kennisbank noemen we ook wel het Content Kanon. Deze is bedoeld om een grote hoeveelheid informatie op een gestructureerde manier aan zowel Google als je bezoekers aan te bieden. De inhoud van een content kanon bestaat vooral uit achtergrondinformatie en basiskennis.

De link naar de kennisbank kun je het beste plaatsen onderaan je website in de footer. De inhoud van deze kennisbank kun je het beste vullen met achtergrondinformatie en basiskennis over jouw vakgebied.

4.2 Featured snippets

Tegenwoordig kun je aan Google vragen stellen. Op deze vragen weet Google dan het antwoord en ook begrijpt Google de vragen. Google kan het antwoord op een vraag uit de content van jouw website halen en deze tonen in de zoekresultaten als een uitgelicht antwoord. Deze antwoorden noemen we ook wel featured snippets.

Het is handig om een begrippenlijst met definities van al het vakjargon toe te voegen aan jouw website. Dit geeft jouw website meer vorm door het aantal extra pagina’s die op hun beurt weer vol zitten met interne links. Hierdoor heb je een betere samenhang van je pagina’s en samen met de grote hoeveelheid aan achtergrondinformatie van je kennisbank, zal Google jouw website als autoriteit gaan zien in jouw vakgebied.

5.   Leesbaarheid en Techniek

5.1 Semantic Search

Semantiek staat voor de betekenis van woorden. Google heeft sinds een belangrijke update in 2013 de stap gezet van content naar context. Dit houdt in dat je voor jouw website minder rekening hoeft te houden met het optimaliseren van statische zoekwoorden. Kort gezegd houdt dit in dat Google nu niet alleen naar de zoekterm kijkt, maar ook naar de betekenis van de woorden.

Voice Search

Naast dat je gewone zoektermen kunt intypen bij Google, kun je sinds kort ook Google Voice Search gebruiken om vragen uit te spreken die je minder snel zal typen. Mede door deze ontwikkeling is nu 20% van alle dagelijkse zoektermen nog nooit eerder ingevoerd door iemand. Hierdoor zijn deze vragen en zoekopdrachten dus compleet nieuw. 

5.2 Schone code

Het is belangrijk voor de semantische zoekmachine om een goede leesbare broncode op je website te hebben. Dit is omdat Google de broncode van jouw website leest. Veel goedkope website builders en CMS systemen zijn meer gericht op vormgeving en gebruiksgemak, hierdoor houden zij geen rekening met schone code. Een CMS systeem zoals WordPress is in de basis gericht op schone code. Echter veranderd dit zodra je plug-ins en dergelijke gaat toevoegen.

Dit levert een aantal nadelen op: 

Rommelige code

Door het installeren van een plug-in, voeg je een extra functionaliteit toe. Deze functionaliteit komt met de nodige code, zoals bijvoorbeeld grote scripts(Javascript, jQuery etc.). Deze plugins zijn eigenlijk een soort van hack op je WordPress systeem. Naast plugins heb je natuurlijk thema’s, omdat thema’s vooral focussen op vormgeving, geven deze vaak ook veel rommelige code mee.

Het beste is dus om je eigen thema’s en plugins te bouwen. 

Lange laadtijd

Naast dat plugins zorgen voor rommelige code, zorgen ze ook voor een langere laadtijd van jouw website. Hierdoor laad jouw website trager. Google rekent hier ook op af. Meestal zie je dat vooral terug bij grotere plugins. Hoe meer functionaliteiten een plugin heeft, des te langer de laadtijd wordt. 

Fouten en veiligheid 

Omdat iedereen plug-ins kan maken en aanbieden, is de kwaliteit en veiligheid van de code niet te waarborgen. Plug-ins zijn de favoriete ingang voor hackers. Daarnaast zal je merken dat er veel fouten ontstaan doordat plug-ins met elkaar botsen qua code. 

5.3 Semantic Markup

Google is bezig om door middel van kunstmatig intelligentie context beter te leren begrijpen. Omdat dit nog niet zo ver is ontwikkeld moeten wij Google een handje helpen door aan te geven wat een stuk geïndexeerde code betekent.

Dit doen we door middel van semantic markup. Dit zijn de HTML-tags van je website, waar je extra informatie aan toevoegt.

We gebruiken hiervoor de standaard schema.org markering. Dit zijn stukjes code die aangeven wat een element op je website precies betekent. 

Rich snippets

Een voordeel wat je hieruit kunt halen voor je SEO zijn de zogenaamde rich snippets. Als je een blog hebt met bijvoorbeeld nieuwsitems kun je in de broncode al verschillende labels meegeven voor bijvoorbeeld de auteur en datum/tijd. Deze worden dan automatisch in de zoekresultaten van Google meegegeven en getoond.

Rich snippets worden voor heel veel dingen gebruikt, waaronder reviews en artikelen. Dit noemt Google ook wel structured data.

5.4 Local SEO

Belangrijk voor local SEO zijn je NAW-gegevens. Door deze goed te verwerken met semantic markup scoor je beter op local SEO. Omdat mensen steeds specifieker zoeken op Google en dus ook specifieke antwoorden verwachten, heeft Google de semantische zoekmachine ontwikkelt. Deze toont dus ook vaker lokale resultaten, mits deze relevant zijn aan de zoekopdracht.

Voorbeeld

Stel je zoekt in Groningen op sportschool, dan zijn sportscholen in Heerenveen of Assen niet interessant voor jou als gebruiker. Google laat daarom aan de hand van Local SEO dus alleen sportscholen zien in Groningen.

 

6.   Mobile SEO

 Omdat steeds meer mensen gebruik maken van hun mobiel om sites te bezoeken of aankopen te doen op webshops is het handig om in ieder geval je website responsive te maken, zodat deze op elk scherm werkt. Als je dit voor mobiele telefoons doet noem je dit ook wel mobile responsive.

Dit houdt in dat je website zich automatisch aanpast aan verschillende schermresoluties. Omdat veruit de meeste mensen je website bezoeken op mobiel, kun je een stap verder gaan door met het mobile first principe te gaan werken. Dit betekent dat je zorg dat je website voor de mobiel geoptimaliseerd is. Daarna werk je naar de grotere schermen toe.

In het kort gezegd houdt dit in dat Google veel waarde hecht aan responsive design.