Van Damascus naar Groningen

Het verhaal van een vluchteling

 Nart (44), is afkomstig uit Syrië. Vanwege de oorlog is hij gevlucht en uiteindelijk in Nederland beland. Hij vertelt hier zijn verhaal.

‘Ik woonde in de omgeving van Damascus en had een goede baan als accountant. Mijn dochtertje was 2 toen de oorlog zodanig werd dat het niet meer veilig was. Ze was heel bang voor alle lawaai en ik dacht, wat moet ik nu doen voor de toekomst van mijn dochtertje. In eerste instantie probeerde ik om naar Circassië (in de Kaukasus) te gaan. Mijn familie komt daar oorspronkelijk vandaan en er woont nog verre familie. Wij spreken ook nog Circassisch. We kregen visa toegestuurd, maar het is toch niet gelukt. Ook hebben we nog familie in Nederland die hier al 20 jaar wonen. Die hebben papieren gestuurd waarmee ik naar de Nederlandse ambassade in Libanon ben gegaan om te kunnen emigreren. Ook dat is niet gelukt. Toen besloten we om naar Turkije te gaan. Daar wonen ook veel Circassiërs mensen. Met het vliegtuig zijn we naar Ankara gevlogen en hebben ongeveer anderhalf jaar in die omgeving gewoond. Het was moeilijk om daar werk te krijgen. Ik spreek geen Turks en de Turken daar spreken geen Engels. Ik vond werk in een plasticfabriek als arbeider maar dat werd heel slecht betaald. Ik kon ook niet in het huis blijven van de Circassische familie en moest dus iets huren. Ik heb toen met een vriend besproken of we niet naar Europa konden gaan. Mijn doel was om een veilige plek te vinden voor mijn dochter en mijn partner.’

 

Het avontuur

‘Met mijn vriend ging ik naar Istanbul. Mijn vrouw en kind bleven achter. Het was moeilijk om een manier te vinden om naar Europa, naar Griekenland te gaan. Over zee was veel te gevaarlijk, dus ik wilde gaan lopen. We vonden een paar mensen die ons tegen betaling wel wilden helpen. We spraken om 11 uur ’s-avonds af maar ze kwamen niet opdagen. Toen zijn we naar Izmir gegaan, naar de zee. We hadden geen andere keus. We vonden iemand die ons met een boot naar Griekenland zou brengen, een houten boot met kapitein. Maar toen we op de afgesproken plaats waren lag daar een rubberbootje, zonder kapitein. We stapten in de boot en toen kwam de Turkse politie. Die vertelden ons dat als zij ons niet gevonden hadden wij het niet overleefd zouden hebben. De zee was ruw en er was onvoldoende brandstof voor de hele reis. We gingen terug naar het hotel en zagen daar de mensen die de boot hadden geregeld. We maakten ruzie met hen over de rubberboot. Ze beloofden ons een andere boot met kapitein en nu hielden ze wel hun woord. De reis naar een Grieks eiland was maar 25 minuten. Op dat eiland bleven we tien dagen om papieren te krijgen. Met een grote veerboot gingen we naar Asine, tien uur varen. Daar bleven we 5 dagen, veel korter dan anderen. Door mijn Circassische afkomst heb ik een Europees gezicht en is het veel makkelijker om voor Europeaan door te gaan. In cafés vind je mensen die papieren voor je kunnen regelen. Ik moest als eerste van de groep door de douane gaan, dat was het makkelijkst. Ik kreeg een Engels paspoort op naam van James, voor slechts vijftienhonderd euro. Meestal kost het twee keer zoveel, maar voor mij was het makkelijker om aan een bestaand paspoort te komen. Ik kon zonder problemen het vliegtuig in, maar in Amsterdam werd ik door de politie opgewacht. Ze vroegen me waar ik naartoe ging en waarvoor ik in Griekenland geweest was. Ze vertrouwden het niet omdat ik Engels met een accent sprak en zeiden dat ik niet James was. Aan mijn gezicht kun je ook zien als ik lieg en na drie uur bekende ik dat ik niet James was maar Nart. Omdat ik toen eerlijk was en een kopie van mijn echte paspoort liet zien hoefde ik niet terug maar kon ik asiel aanvragen. Ik kreeg een treinkaartje naar de provincie Groningen en moest me melden bij het AZC in Ter Apel. De volgende dag bleek mijn verhaal in de krant te staan, omdat ik alles verteld had, over de prijs en andere details. ‘

 

De asielprocedure

De hele asielprocedure heeft Nart ook snel doorlopen. Hij wachtte niet lijdzaam af maar pakte meteen door. Na 40 dagen had hij een verblijfsvergunning, vroeg gezinshereniging aan wat ook binnen 30 dagen geregeld was. Al met al heeft hij zijn gezin maar 3 maanden niet gezien. Wel ging hij eerst van AZC naar AZC voor hij een huis aangeboden kreeg in Den Haag, de Schilderswijk. Daar was hij niet zo blij mee, liever zat hij bij zijn familie in Groningen. Na eerst vrijwillig als tolk Engels-Arabisch gewerkt te hebben moest hij een betaalde baan zoeken. Via de gemeente kwam hij in een suikerfabriek, zakjes vullen. Na ruim anderhalf jaar kon hij via woningruil toch naar Groningen. Na wat vergeefse sollicitaties besloot hij om eerst een opleiding te doen. Eerst Nederlandse cursus en daarna wilde hij bij de Hanze Hogeschool zijn accountantsdiploma op Nederlands niveau krijgen. Daarvoor moest hij nog anderhalf jaar studeren en een half jaar stage lopen. Maar omdat hij programmeren en ontwerpen ook heel leuk vond wilde hij liever iets in die richting doen. Via de gemeente kreeg Nart een werkervaringsplek bij Studio SpinLink,. Hier heeft hij leren werken met diverse grafische programma’s. Maar ook met websites maken. Dat vond hij zo leuk dat hij daar verder in wou gaan. Een combinatie van programmeren en grafische vormgeving. Zo kwam hij bij Code Gorilla terecht, een soort bootcamp om snel te leren programmeren.  Dit ging online, 4 maanden lang. Dat was zwaar omdat zijn Nederlands nog wat moeizaam gaat. Maar hij heeft het certificaat behaald en nu hoopt hij op een baan in de ICT. De mensen van Code Gorilla helpen hem daarbij. Als hij een baan heeft gaat hij waarschijnlijk deeltijd verder studeren. Met het doorzettingsvermogen van Nart komt hij er wel.

 

Rudy Vane (uit De Riepe, juni 2021) Illustratie: Robby Bakker